Zorgverzekeraars gaan de krachten bundelen om de fraude in de gezondheidszorg tegen te gaan. Trouw heeft daar onlangs ruimschoots aandacht aan gegeven. Met name tandartsen worden op de korrel genomen. Maar wat weten we van fraude? Waar begint het en waar eindigt het?
Het vrouwtje van de fraude is de verleidster. De man van de fraude is degene, die toe hapt.
U hebt kiespijn. U gaat naar de tandarts. Hij helpt u. Hij noemt zijn honorarium. Er is niets geregeld. Er bestaan geen wetten. Hij heeft wel een eed afgelegd. U bent verlost van pijn en van een paar euro’s. Niets aan de hand. Uw ervaring over de behandeling en de kosten zorgen er voor, dat u denkt te weten, waar u in het vervolg moet zijn of juist niet. Een tandarts heeft geen macht. Hij moet het hebben van vertrouwen. Hij kan niemand dwingen.
Dan komt Vrouwe Zorgverzekeraar. ‘Declareer maar direct bij mij. Ik regel de rest. Dit zijn de prijzen van de prestaties die ik vergoed. Als je andere prijzen wilt, zul je het moeilijk krijgen!”. De tandarts kijkt op. Haar appel ziet er glanzend uit. Geen kans op zure gezichten meer, als hij bij haar kan declareren. Toch wel makkelijk. Het lucht hem op. Geen centje pijn meer als er pijn heerst. Weet je wat, hij doet wat meer. Hij doet daarmee toch niemand zeer?
Wat later wordt er op de deur geklopt. Met een afgekloven appel in haar hand kijkt hij in twee arglistige ogen. ‘Je hebt te veel gedaan!”, sist ze. “Aan jou de keus: of je gaat met de billen bloot of je doet het vanaf morgen voor minder!’. Geruisloos kruipt zij weg in de droge schoot van de pers voor het plaatsen van een kapitale advertentie: “Beter kunnen wij het niet maken, wij ont-zorgen!”
Heremetijd
PS De redactie van Trouw heeft er geen been in gezien om aan het verzoek te voldoen FRAUDE ? ( column 22-02-2009) te publiceren ter wille van een wat minder eenzijdige beeldvorming.
Geef een reactie