BRIEF 1 aan de Nederlandse Zorgautoriteit
Geachte………
Op (datum) hebt u mij per mail bericht dat de NZa als toezichthouder zorgaanbieders onder meer controleert op het hanteren van de juiste tarieven.
In dat kader hebt u een aantal vagen over de werkwijze van mijn praktijk, die zich richt op een biologische aanpak. Hierbij geeft u aan dat mijn wijze van declareren belangrijk is en of dit past binnen de vigerende declaratieregels.
U wilde daarover met mij in gesprek gaan en bood mij daarbij een paar dataopties.
Naar aanleiding van dit verzoek heb ik u gevraagd wat de aanleiding daarvan was en of de mogelijke vragen niet per mail konden worden afgehandeld.
U hebt hierop positief gereageerd, waarvoor ik u dank.
Als aanleiding stelt u dat de NZa signalen heeft ontvangen dat biologische tandartsen behandelingen declareren buiten de vastgestelde prestaties en tarieven.
Bij mij roept dit toch wel een paar serieuze vragen op:
Uit welke hoek komen deze signalen?
Houden deze signalen verband met een klacht?
Komen deze signalen van een of meerdere partijen?
Heb ik er recht op om te weten van wie deze signalen komen?
Heeft de NZa in deze geheimhoudingsplicht of moet ik mij in dat geval beroepen op de Wet Openbaarheid van Bestuur?
Voorts verontrust mij dit verzoek des te meer daar de NZa zich uitsluitend focust op het tarief. Je zou mogen verwachten dat de NZa als autoriteit van de zorg zich meer zou moeten bekommeren over de kwaliteit van de zorg.
Mijn patiënten doen dat in ieder geval wel en zijn dan ook bereid om van heinde en verre te komen.
Om als tandarts patienten te mogen behandelen heb ik een beroepseed moeten afleggen.
Graag zou ik van u willen weten of ik mij aan die beroepseed dien te houden en of er omstandigheden zijn die in uw ogen een handelen rechtvaardigen die in strijd zijn met die eed.
U vraagt van mij om mijn wijze van behandelen, te weten ‘biologische tandheelkunde’ toe te lichten en hoe ik die behandelingen declareer. Deze vraag baart mij nog meer zorgen, omdat u daarbij suggereert wel weet te hebben van wat de reguliere tandheelkunde voorstelt.
Maar hoe zou een reguliere tandarts zijn kwaliteit aan u moeten uitleggen als u er van uitgaat dat de reguliere tandheelkunde staat voor slechts een soort kwaliteit? Er is immers sprake van een eenheidsverrichtingentarief (wat overigens alles behalve kwaliteit stimuleert en dat weet de NZa)
Omdat ik het Keurmerk Onafhankelijke Mondzorg van harte onderschrijf, heb ik dus ook weet van het feit dat de NZa heel goed op de hoogte is van de enorme kwaliteitsverschillen binnen de reguliere tandheelkunde.
De voorzitter van het KOM, Hans Beekmans, heeft trouwens een signaal afgegeven tijdens het rondetafelgesprek voor de Tweede Kamer over de mondzorg op 16 oktober 2016, waar niets mee gebeurd is.
Mijn vraag is dus meer dan gerechtvaardigd om allereerst te mogen weten of de NZa in eerste instantie gericht is op de kwaliteit van de zorg en pas in tweede instantie op de naleving van de wettelijke bepalingen.
De beantwoording van de door u aan mij gestelde vragen, kunnen dan ook pas aan relevantie winnen, als ik eerst weet heb van wat voor de NZa het zwaarste weegt.
Met vriendelijke groet,
BRIEF 2
Geachte….
Uw bericht van (datum) verrast en verbaast mij.
U besluit met een opmerking waaruit ik moet opmaken, dat u mij niet ergens om verzoekt, maar dat u van mij in feite antwoorden eist. Moet u mij in dat geval niet wijzen op de sancties die daarbij passen plus bijbehorende wetsartikelen?
In uw eerste verzoek aan mij doet u voorkomen, dat u de behandelingen van biologische tandartsen (met andere woorden: biologische behandelingen in het algemeen) wilt kunnen beoordelen in het licht van de vigerende regelgeving.
Om die reden heb ik u geadviseerd om contact op te nemen met de Vereniging van Biologische Tandheelkunde. Nu blijkt u dit advies slechts te willen overwegen. Dus in plaats van direct te rade te gaan bij die vereniging gaat de NZa haar pijlen richten op slechts een van haar leden. En dan te bedenken dat uw ‘actie’ wordt ingegeven door slechts een signaal van een niet nader te noemen indiener. Deze indiener zou de NZa hebben gewezen op ‘handelswijze van meerdere biologische tandartsen’ en meer specifiek naar slechts mijn website. Het kennisnemen van de tekst op die website was voor de NZa al voldoende om daar direct energie in te steken. U stelt voorts, dat u over deze indiener om wille van de vertrouwelijkheid geen nadere informatie mag verschaffen. Dient u daarmee het belang van deze indiener? Mag ik dan wel weten wat dat belang inhoudt en of u ook weet wat de motieven (kunnen) zijn van deze indiener? Dat zouden immers zakelijke dan wel politieke belangen kunnen zijn.
Wat mij verder opvalt, dat is, dat u helemaal geen antwoord geeft op mijn andere vragen of in gaat op mijn opmerkingen. Daarom wil ik graag weten of u dat bent vergeten, niet wilt of niet kunt of dat u het recht hebt om geen antwoord te geven op mijn -naar mijn idee redelijke en billijke- vragen en opmerkingen.
U hebt blijkbaar het recht om van mij antwoorden te eisen op de door u gestelde vragen. Is dat ook het geval zonder dat er sprake is van een aanklacht of zonder dat er maar zelfs een reden of aanleiding voor is? Op basis van ‘klikken’ van mogelijk naijverige medemensen kan de NZa dus haar gang gaan.
Het moet mij van het hart, dat ik niet alleen verrast en verbaasd ben, maar ook zeer verontrust. De rechtsstaat is met deze willekeur en rechtsongelijkheid ernstig in het geding. Zo voel ik dat tenminste. Onwillekeurig moet ik denken aan de affaire Gottlieb en zijn lijvige rapport over misstanden bij de NZa en over de oud-voorzitter van de Raad van Bestuur,Theo Langejan, die zich door het bedrijfsleven liet feteren. Dit alles ging in een doofpot en de wind lijkt desondanks niet gedraaid te zijn.
Niettemin hoop ik toch eerst een duidelijk en zorgvuldig antwoord te krijgen op de hier boven gestelde vragen en op die vragen en die opmerkingen in mijn brief van (datum), die niet de noodzakelijke vertrouwelijkheid schaden waar het de aangever betreft van deze zaak. Dat zal bijdragen aan een betere vertrouwensbasis; een voorwaarde, die voor mij van het grootste belang is om u dan ook van mijn kant goed en oprecht van dienst te kunnen zijn.
Met vriendelijke groet,
Alleen de wakkere mensen laten zich horen omdat zij weten dat er van alles mis is in de maatschappij, althans in een deel daarvan. Ik steun deze mens in hart en ziel omdat je zijn gevoel, wat er in de woorden zit, kan beleven. Als dat zo is kan het alleen maar een hogere waarheid zijn.
En waarheid heeft geen wetten nodig, de andere kant wel.