‘De grenzen aan de betaalbaarheid van en de solidariteit binnen de zorg komen in zicht. We moeten een andere financieringswijze bedenken’. Met deze ondertitel oppert de hoogleraar gezondheidseconomie, Werner Brouwer samen met de innovatiemanager, Martin van Rijn, het plan om (verplicht) te gaan ‘zorgsparen’ net zoals er voor de oude dag wordt gespaard (Trouw, 24 mei 2011).
Hiermee is niet gezegd, dat daardoor de grenzen van de betaalbaarheid worden opgerekt. Het kunnen betalen van de zorg is ook dan niet vanzelfsprekend. Bovendien kunnen ook die spaarbanken ploffen net als banken en pensioenfondsen. Een gezondheidseconoom en een innovatiemanager kijken heel anders naar de zorg dan een arts of een patiënt. De eersten laten de natuurlijke geaardheid van mensen buiten beschouwing en richten zich zuiver op de effectiviteit van een systeem. Zij zien het systeem zelfs als een voorwaarde voor de zorg. De mensen binnen dat systeem worden geacht zich als radertjes van zo’n systeem te gedragen. Hun verhaal zou al heel anders worden, indien zij het huidige stelsel in relatie tot die geaardheid van mensen als oorzaak kunnen zien van het onbetaalbaar worden van de zorg, zelfs voor mensen die gezond zijn.
Een arts is zich er van bewust, dat zijn mogelijkheden om mensen in leven te houden begrensd zijn, zowel in relatieve als absolute zin. Een patiënt weet, dat het geld niet garant staat voor genezing. Maar, wanneer artsen en patiënten zich ook economisch innovatief gaan gedragen, wie zal er dan beter worden?
Heremetijd
Geef een reactie