Wat bedoel je nu eigelijk met ‘gelukkig’?
Als iets je gelukt is dan geeft dat een gelukkig gevoel.
Wanneer kun je zeggen dat iets gelukt is?
Als het resultaat van het doel dat je wilde bereiken gelijk staat aan wat je je er van voorstelde.
Moet een gelukkig mens dan voortdurend dergelijke resultaten boeken om zich steeds gelukkig te kunnen voelen? Kan iemand niet gewoon gelukkig zijn?
Dat laatste hangt af van het doel dat je voor ogen hebt. Als je gelijk bent aan wie je bent dan heb je het hoogste doel bereikt en ben je in feite voortdurend gelukkig.
Maar moet je dan niet eerst weten wie je bent?
Kun je nu zeggen WAT je bent?
Hoe bedoel je?
Nou gewoon, ben je bijvoorbeeld angstig, onzeker, oprecht, eerlijk, liefdevol, royaal, gierig, perfect, sterk, trots, ijdel, blij, verdrietig en ga zo maar door!?
Oh zo! Dat wisselt nog al. Ik kan niet zeggen dat ik me altijd zus of zo voel. Dat is toch heel normaal?
Zeker, maar altijd gelukkig zijn is ook niet zo normaal. Gelijk zijn aan God is misschien altijd gelukkig zijn. Altijd stralen, altijd bloeden!
Bloeden!?
Tuurlijk, want als ik jou alle geluk toewens dan zou ik je alles geven. Desnoods ten koste van mijzelf. Dat gaat althans voor mij te ver en weet ik dus wie ik NIET ben! We kunnen elkaar wel alle vrijheid toewensen, opdat we elkaar in vrijheid dienen!
Heremetijd. (druk op voor beter inzicht)
Let op: MOS-planters wensen elkaar die vrijheid toe!
Geluk is niet een zak vol en als je die zak aan een ander geeft blijft er voor jou niets over…. Dat kan niet. Geluk behoort tot iets ongrijpbaars, een spiritueel gevoel .Er is oneindig veel van en het kan meer of minder worden naar gelang de situatie.
Ik ben in mijn diepste binnenste altijd gelukkig. Dat wil niet zeggen dat ik meer naar de oppervlakte me niet eens verdrietig kan voelen. Ik ben natuurlijk wel een mens.
En wat God betreft, we hebben allemaal een stuk(je) God in ons. We zijn niet afgesneden van de Bron (zoals ik God liever noem).We zijn ook niet zo hulpeloos.We kunnen gewoon besluiten onze Kracht weer binnen te laten komen en te gebruiken.
Inderdaad en zo kan het arme vrouwtje ook haar laatste koperen cent in de vijver van de tempeldienaren gooien ten behoeve van hen die het slechter hebben. Haar geluk is gelijk aan het goede, de Bron zo u wilt. De ene mens heeft meer van die Bron in zich dan de ander. Maar ben je de hele Bron dan reageert de wereld daar niet bepaald vriendelijk op. Stel je voor! Een dergelijke ‘concurrentie’ is toch niet te verteren voor de marktgerichte mens?