“Ik denk, dat het nu mijn beurt is, dokter!”…..
“Ik denk niks. Legt u eens uit”. De man kende ik alleen van naam. Zijn vrouw had ik twee jaar geleden naar volle tevredenheid van een nieuwe gebitsprothese voorzien.
“Nou gewoon”, zei de man en hij keek me verbaasd aan alsof ik niet tot tien kon tellen, “een kunstgebit, natuurlijk! Mijn vrouw heeft zo’n goeie beurt bij u gehad. Ik wil nu ook wel eens!”. Hij was een man uit de bollenstreek. Recht voor zijn aardappel en geen flauwe kul. Afgezien van het feit dat ik er een beetje moeite mee heb om mijn werk te zien als ‘iemand een beurt geven’, had ik mij voorgenomen geen prothese’s meer te maken. Jarenlang heb ik mij verdiept in het vervaardigen van prothese’s. In diverse landen heb ik daarover voordrachten gehouden. Mijn methode was procesmatig gezien van schone eenvoud met een goed voorspelbaar eindresultaat. Heel veel mensen met ‘moeilijke monden’ heb ik met die methode gelukkig weten te maken. Ik durf te beweren, dat, wanneer de gemiddelde tandarts deze methode ook maar enigszins zou beheersen, er dan heel wat minder implantaatgedragen prothese’s nodig zouden zijn. De methode kost echter meer tijd en meer afspraken dan ‘gangbaar’ is. Met de nieuwe wetgeving (wet tarieven gezondheidszorg) echter zou mijn prothese voor de kostprijs de deur uitgaan. “Beste man, jammer voor u, maar ik maak geen prothese’s meer. U zult daarvoor naar een andere tandarts moeten!”. Dat luchtte op. Met deze zin was ik gelijk een stuk van mijn frustratie kwijt. Als onze bolleman tanden in zijn mond had gehad waren ze er van verbazing allemaal uit komen rollen. “Wat zullen we nou beleven? En mijn vrouw dan? Ik wil net zo’n mooi gebit als mijn moppie!”. Ik genoot. Niet van de nood die de man uitstraalde, maar van een soort wellustig wraakgevoel. ‘Mevrouw Borst, nou zie je wat er van komt, van die eenheidsworsttarieven!’, gromde ik van binnen. Het was een volkomen misplaatst lekker puh-gevoel. Daar zorgde het sippe gezicht van de bolleman wel voor.
“Mag ik soms vragen waarom u geen kunstgebitten meer maakt?” “Jazeker”, zei ik vol zelfvertrouwen, “Er is zojuist een wet aangenomen en daarin is vastgesteld wat een kunstgebit moet kosten. Het mag geen cent meer en geen cent minder kosten.
In mijn geval betekent dat, dat ik mijn prothesewerk voor de helft van mijn gehanteerde tarief moet gaan leveren. Omdat dat de kostprijs is, kan ik net zo goed niets doen”. Zo, die zit, dacht ik. Maar mijn frustratiepijl schoot weer omhoog. De bolleman leek zienderogen gerustgesteld. “Is dat alles?,” zei hij gemelijk. Ik was verbaasd en geërgerd tegelijk. Die man was helemaal niet verontwaardigd! Ik had zo gehoopt op een bondgenoot. Maar niets van dat alles. De man boog zich vertrouwelijk voorover. “Dokter”, zei hij met de zekerheid van een overwinnaar, “zoals u weet moet ik alles zelf betalen. Ik heb niets te maken met verzekeringen en zo. Wilt u voor mij twee kunstgebitten maken? Ik hoef daar maar een van te hebben. De tweede mag u weggooien!”. “U bedoelt”, sputterde ik, “één halen, twee betalen?”. De bolleman keek geamuseerd naar zijn zwarte aardenagels en knikte.
Heremetijd
(naar een waar gebeurd verhaal van tandarts J. Glas (†) te Heemstede)
Beste Collega,
Het was najaar. Ik was hout aan ’t hakken in mijn tuintje.
Dit was bitter noodzaak, want levend in een huisje in het Zeegser Bos met… alleen een houtkachel moet men zich wel op de winter voorbereiden. En opeens… Hij kwam uit het niets. Een oude man – door het leven gebogen, leunend op een afgevallen boomtak hing hij over het houten hek.
“Dag, meneer! Mag ik U iets vragen?”
“Ja, natuurlijk”, antwoordde ik en legde mijn bijl neer.
“Weet U, ik heb niet geleerd. Ik kan noch lezen noch schrijven, maar ik maak me zorgen.”
“Waarover”, vroeg ik benieuwd.
“Ach”, zei hij, “kijk, de wereld ziet er in mijn ogen somber uit. U vindt het misschien raar als ik het zeg, maar ik vergelijk mensen vaak met bomen.”
Nou dat wordt spannend, dacht ik. En zo moet mijn blik ook zijn geweest, want hij ging door: “Als men de zijscheuten van bomen afhakt, groeien ze sneller de hoogte in en… men doet dat ook wel uit eigenbelang, voor geld.
En datzelfde zie ik ook bij mensen gebeuren. We sturen kinderen naar school en ze leren daardoor niets meer over het leven… en dan hakken ze er nog meer zijtakken af doordat ze gaan studeren.
Het spijt me dat ik het zeg, maar ik ben bang dat we kinderen te snel omhoog laten groeien en daar maak ik me zorgen over.”
Ik was totaal met stomheid geslagen.
Ik moet er met mijn mond open van verbazing erg stom hebben uitgezien.
Voordat ik een woord kon uitbrengen zei hij: “Dank U wel meneer, dat ik U mocht verhalen. Maar ik denk wel dat alles goed is wat er is, anders was het er niet”, voegde hij er nog achteraan, terwijl hij zijn door de natuur al verstoten materie weer ter hand pakte en wegstrompelde.
Daar stond ik dan, doktor in de weet niet kunde…
Ik zou in mijn leven nog vele oude wijzen tegenkomen.
Ze hadden geen van allen geleerd, maar wel het echte leven gezien en hadden daar meer over te verhalen dan de afgehakte boom kon vertellen.