Een wel zeer merkwaardig mens ging in mijn behandelstoel zitten.”Wilt u een beetje voortmaken, dokter! Er zijn nog tig wachtenden achter mij!”, blafte hij mij toe. Het leek wel alsof hij op de hielen werd gezeten door een roedel wolven.
“Wat is uw naam?”, vroeg ik rustig in de hoop hem te kunnen kalmeren. “Algemeen Belang, dus dan weet u genoeg, mag ik veronderstellen. Wilt u nu vlug even in mijn mond kijken!?”. Ik keek in een zwart gat met bruine stompjes.
“Wat wilt u dat ik voor u doe?” en ik merkte dat ik lichtelijk zenuwachtig raakte. Ik voelde geen verbinding. Dit was geen mens van vlees en bloed, met angsten, wensen of verlangens. Geen lachje kon er van af. Een eisend wezen zonder een greintje gevoel.
Dreigend kwam hij uit de behandelstoel en posteerde zich voor mij. “Dokter”, siste hij, “U vraagt wat u voor mij kan doen, ik, Algemeen Belang!? U moet zich schamen. U behoort te weten wat goed voor mij is. En wat goed voor mij is, is goed voor iedereen!”. Hij liep nu donkerrood aan. Zijn ogen puilden uit hun kassen. “Het is maar goed dat er een Zorgautoriteit is! Die zal u leren!”.
Hij gilde het nu uit. “Waar gaat dat heen als de mensen kunnen gaan zeggen wat ze willen!? U dient te weten wat goed voor mij is! U hebt de plicht om alles te doen wat in het belang is van het Algemeen! En wee uw gebeente als u zich ten koste van mij verrijkt!”. Hij wilde mij bij de kraag vatten. Onthutst deed ik een stap achteruit. Toen ik dreigde te vallen werd ik wakker, trillend met het zweet op mijn voorhoofd. Menselijke belangen en menselijke grenzen zijn me nu des te dierbaarder.
Heremetijd
Geef een reactie