U kent vast wel die graaf die om zich heen schoot naar alles wat bewoog. Hij had het vooral gemunt op windmolens. De mensen vermaken zich om zulke gevaarloze windbuilen die hersenschimmen te lijf gaan. Zulke verhalen geven je het gevoel, dat je het zelf gelukkig allemaal zuiver ziet. Maar daar wil ik het even niet over hebben.
Het gaat hier om het schot van een ezel. Levensgevaarlijk. Ezels zijn koppig. Lopen achteruit als je ‘vort’ zegt en als je ‘ho’ zegt gaan ze vort. Trouwens, zijn er nog wel mensen, die zo’n beest kunnen aansturen? Eigenlijk zou je die dieren moeten afschieten. Ze zijn ontoerekeningsvatbaar en een gevaar voor de goede orde. Bij zulk een gevaar zal een beetje ezel maar al te graag willen doorgaan voor paard. Het is dus niet toevallig dat er nauwelijks meer ezels te zien zijn en des te meer paarden. Hele kuddes laten zich inmiddels mennen door meesterlijke ruiters. Die ruiters hebben niet zozeer het vermogen om te zien waar gevaar dreigt of redding wordt geboden, maar ze verstaan wel de kunst om die kuddes een en ander te laten geloven. Mocht er nog sprake zijn van enige weerstand dan bieden de sporen en de zweep meestal uitkomst.
Zou Don Quichot zijn paard ook zo hebben aangestuurd?
Heremetijd
Geef een reactie